HANDLEIDING VOOR BEGELEIDERS VAN DE ONDERNEMERSCURSUS
1. DE ONDERNEMERSCURSUS In dit online programma gaan de deelnemers in 5 ‘masterclasses’ (in 6 bijeenkomsten) aan de slag met alle financiële, juridische, promotionele en administratieve vereisten voor ondernemerschap in Nederland. Alles in begrijpelijke taal en op een ‘no nonsense’ manier. 2. DOELGROEPEN De ondernemerscursus is gemaakt voor vrouwen met een talent en een idee om dit te verzilveren. De cursus is geschikt voor alle aankomend zelfstandig ondernemers, werkzoekenden en/of migranten. Naast instructies hoe je in Nederland ondernemer wordt, bevordert dit leerplatform ook de computervaardigheden, de zelfredzaamheid en het combineren van werk en privé. Mensen die graag vanuit huis willen werken kunnen als online ondernemer balans in hun leven creëren en behouden. Uiteraard dient dit voldoende inkomsten te genereren om in het levensonderhoud te voorzien. Ook is het van belang om in contact te blijven met anderen, door het aangaan van samenwerkingen en door te netwerken. Zonder noemenswaardige financiële risico's te lopen kunnen deelnemers hun talent verzilveren; het vergt vooral investering in tijd en energie. De deelnemers kunnen het ook naast een bestaande baan doen. De online cursus is ook in gesproken vorm te volgen en in het Engels. (dus tevens geschikt voor NT2 en/of laaggeletterden). Voor deelname aan de ondernemerscursus wordt enige computerervaring verondersteld. VAARDIGHEDEN De deelnemers krijgen alle tools om - ongeacht hun opleidingsniveau, leeftijd en computerervaring -:
De doelgroep kan te maken hebben met:
VOORDELEN VAN DE CURSUS
De cursisten krijgen tevens toegang tot:
Zij hebben nodig:
3. DOELSTELLINGEN
4. BEGELEIDING VAN DEELNEMERS Waarom willen zij ondernemer worden?
Hoe kun je mensen begeleiden bij deze ondernemerscursus?
Bij individuele begeleiding: Cursisten doorlopen het programma individueel en in hun eigen tijd. Bij klassikale begeleiding:
Tips:
6. INHOUD VAN DE CURSUS / CURRICULUM Wij raden aan wekelijkse bijeenkomsten van circa 2 a 2,5 uur te organiseren. In deze tijd loop je per module door de opdrachten heen en laat je de cursisten thuis de opdrachten uitwerken. |
VOORBEELDPROGRAMMA
INLEIDENDE BIJEENKOMST
MODULE 1 - JOUW ONDERNEMING
MODULE 2 - JOUW EIGENSCHAPPEN
MODULE 3 - JOUW OMGEVING/VOORWAARDEN
MODULE 4 - JOUW ADMINISTRATIE
MODULE 5 - JOUW PRESENTATIE
![]() 5. TYPEN ONDERNEMERS EN HUN BEGELEIDING
Het proces van 'leren' en het geleerde omzetten in actie verloopt voor iedereen in principe op dezelfde manier. In eerste instantie probeert iemand de geboden informatie te begrijpen, om het dan te gaan voelen en uiteindelijk tot actie over te gaan. Het begrijpen van de geboden informatie (1 A) gebeurt wel voor iedereen op een andere manier. De deelnemer kan meer een 'denker', meer een 'voeler', of meer een 'doener' zijn (iedereen is uiteraard van alles wat, maar vaak overheerst wel 1 van deze typen). Afhankelijk daarvan blijft de deelnemer in haar innerlijke dialoog (1B versus 2B) kort (denker) of lang (voeler) stilstaan bij de geboden theorie tot ze overgaat tot actie (doener). Als de deelnemer het meest een 'denker' is zal ze in de innerlijke dialoog van 1B versus 2B haar gedachten serieuzer nemen dan haar gevoel en zal ze eerder een mening vormen op basis van het gehoorde en deze mening uiten. Het gaat dan vooral om het intellectuele en logische gehalte van de geboden informatie. Na het uiten van de gevormde mening is overgaan tot actie nog maar een kleine stap. Als de deelnemer meer een 'voeler' is, zal ze via een innerlijk dialoog willen inschatten of de geboden informatie past bij haar overtuigingen en ervaringen en op basis daarvan meer of minder openstaan voor de informatie. Dan kan het proces van begrijpen dus langer duren, ook al bied je het als begeleider nog wel zo logisch aan. Bij een deelnemer die meer een doener is, is het het gemakkelijkst. Zij zal zo snel mogelijk tot actie willen overgaan en de theorie het minst belangrijk vinden, ongeacht het logische of intellectuele gehalte daarvan. Als ze maar kan handelen op basis van de instructies. De ondernemerscursus is dan ook 'koren op de molen' van de zogenaamde 'doener', want ze krijgt alle tools om in haar eigen tempo aan een website te bouwen en na afloop is ze 'zomaar' ondernemer. Voor de denker en de voeler is het belangrijk om stil te staan bij de theorie door middel van de geboden PREZI's (de denker) en filmpjes en foto's (de voeler). In alle gevallen is het goed om de theorie al in de eerste module te laten omzetten in actie door een specifieke oefening, ook die worden op het leerplatform geboden. Om aan de innerlijke dialoog van de denker en de voeler tegemoet te komen kun je tijdens de geboden theorie van iedere module de deelnemers laten aangeven wat ze erbij denken en voelen. Op die wijze zal de geboden stof beter worden geaccepteerd en uiteindelijk dus ook beter beklijven. Ook laat je de cursisten alvast in hun 'creativiteit' komen, waardoor de actie daarna (de oefening) makkelijker en leuker wordt. 1 - A - "ik wil begrijpen"
Tijdens de theorie van 1 - A geef je op bepaalde momenten een teken en vraag je aan de deelnemers om aan te geven:
2 - C "ik wil creëren": Laat de cursist bij elke gedachte of emotie een bestaande creatieve uiting bedenken, zoals een schilderij, een lied, een boek, een gedicht, een verhaal of een dans. Laat de cursist er niet te lang over nadenken, maar de eerste impuls. Dus, denk nog eens de negatieve gedachte en wat komt er voor beeld of geluid of ander zintuiglijke uiting in je op. Vat vervolgens deze creatieve uitingen steeds samen in één enkel woord, met andere woorden 'ik heb een associatie met een schilderij waarop een spookhuis staat en vat dit samen met het woord 'onvoorspelbaarheid'. |